Sinds het einde van de economische recessie van 2008 loopt het aantal werknemers met burn-out op. Er was een lichte daling te zien in de pandemieperiode, maar inmiddels pieken de klachten weer als tevoren, met name onder jonge werknemers. Dit roept de vraag op wat de risicofactoren zijn en we hebben er alvast één weten te identificeren: false urgency.

Chronische stress komt vooral door werkdruk

Uit nieuw onderzoek van TNO blijkt dat jonge mensen opnieuw meer last hadden van burn-outs in 2022. Even opfrissen: we spreken van een burn-out bij chronische stress en vermoeidheid. Bijkomende symptomen zijn het daardoor afstand nemen van het werk en weinig vertrouwen hebben in het eigen functioneren. Je gunt het niemand en toch was vorig jaar bijna een vijfde van de werknemers slachtoffer. Stellen we de leeftijdsfilter in op maximaal 34 jaar, de focus van het onderzoek van TNO, dan kampt zelfs een kwart met klachten. Zowel mannen als vrouwen ervaren burn-outverschijnselen, al ligt het percentage bij de laatste groep iets hoger met 29,1 procent versus 23. Ze komen daarnaast vaker voor bij hoog en midden opgeleiden. Het aantal verzuimdagen schoot ook omhoog van 6 in 2015 tot 9.1 vorig jaar en als reden worden naast psychologische steeds vaker fysieke klachten opgegeven.

Waar komt al die stress vandaan? Het is een brandende vraag van werkgevers en het ministerie van SZW die de opdracht gaf om dit onderzoek uit te voeren. TNO onderzoekers spraken 27 werknemers over werk en privé – die twee zijn immers vaak met elkaar getrouwd. Prestatiedruk, hoge verwachtingen op carrière gebied, bleek het primaire probleem. Daarna pas noemden respondenten de ellende in de wereld, sociale en financiële druk en de eenzame zoektocht naar zingeving als redenen voor chronische stress.

Stress door zelfverzonnen deadlines

We willen niet ontkennen dat werk anno 2023 stressvol is, maar veel van de deadlines die rood gemarkeerd in onze agenda’s staan, zijn niet zo levensbedreigend als ze klinken. False urgency heet die trend, en hoewel het ‘nep’ is, zorgt het voor een hoop stress onder met name jonge werknemers. In een artikel voor Harvard beschrijft journalist Dina Smith valse urgentie als ‘onproductieve drukte die niet tot betekenisvolle vooruitgang leidt.’ Hoewel valse urgentie altijd heeft bestaan, geeft Smith goede redenen voor de piek van nu: de sterke verbondenheid tussen mensen en bijkomende verwachting van snelle reacties. Met een groen bolletje in Slack ben je in theorie meteen oproepbaar. En probeer maar eens een email te negeren als jij weet dat de ontvanger weet dat jij je inbox vaak checkt. De komst van hét nieuwe kantooraccessoire, de ‘muisjiggler’, omvat de bizarre kern van het probleem misschien wel het best: we zijn ontzettend huiverig om niet ‘aan te staan’.

Ook leidersfiguren communiceren valse urgentie naar hun teamleden, soms geheel onbewust. Ze vragen bijvoorbeeld om aanwezigheid bij teammeetings die eigenlijk te dicht op elkaar zitten om een waardevolle update te geven. Tussen de 180 miljoen zoekresultaten op TikTok vinden we het voorbeeld van een recruiter die valse urgentie als strategie gebruikt om de meest gewillige sollicitanten te scouten. Lizzie T noemt de stereotype baas die casual vraagt of het weekend relaxt was, of dat er nog gewerkt moest worden – belachelijk, maar wel effectief. Valse urgentie is namelijk geworteld in angst en niet in de oprechte wens om dingen voor elkaar te krijgen. Daarom zijn de emotionele gevolgen ook zo serieus dat ze tot een burn-out kunnen leiden.

Een sterke leider kent het onderscheid tussen echte noodzaak en valse urgentie en communiceert geen stress waar het niet nodig is. Dat neemt niet alleen de rookpluimen op kantoor weg, het vergroot ook de kans op échte productiviteit en impact. Het is zoals met de busyness trap die ook hoogtij viert: met gejaagdheid en gefragmenteerde aandacht kun je geen bergen verzetten. Dus laten we ons voornemen om collega’s én onszelf geen ultimatums meer te geven die nergens op slaan.