Beleggen is risico nemen. Of je nou net begint of een doorgewinterde belegger bent, het blijft riskant om je verdiensten in de wacht te zetten met een winstpotentieel. Gelukkig zijn er tools die je kunnen helpen dit risico te spreiden. Een van de opties is ETFs. Klinkt een beetje zoals NFTs: futuristisch, niet van deze wereld. We leggen je uit waarom het juist geweldig in jouw wereld zou kunnen passen.

Saskia Klep (CEO Saxo Bank): 'Vrouwen zijn beter in beleggen: ze zijn minder snel afgeleid' >


Wat zijn ETFs?

ETF staat voor exchange traded fund en betekent precies dat: fondsen die op de beurs worden verkocht. We noemen een ETFs vaak ‘index tracker’, omdat het een replicatie is van een bestaande index – alsof je al die aandelen los zou kopen, alleen krijg je een fractie van elk, in één keer. De namen van ETFs klinken nogal intimiderend, maar ze vatten eigenlijk gewoon de bijhorende index samen met veel acroniemen en hoofdletters. L&G Hydrogen Economy UCITS is bijvoorbeeld een ETF die grote bedrijven in de markt voor schone, koolstofarme energie volgt, uitgegeven door het Engelse L&G. UCITS is een standaard van de EU, waarmee de financiële instellingen zich vrijwillig toelegt op het naleven een aantal regels om veilig en gemakkelijk aandelen te verhandelen binnen Europa.

Er zijn ETFs voor specifieke landen en markten, voor obligaties en aandelen en zelfs voor grondstoffen zoals goud. In 2021 waren er zo’n 8000 ETFs in omloop, aangeboden door 160 aanbieders. Met een netto instroom van meer dan 1 biljoen euro vestigden EFT-investeerders vorig jaar een wereldrecord.

Waarom in ETFs investeren?

Het fijne aan ETFs is dat je weinig betaalt en toch een brede spreiding krijgt. Beleggen in aandelen is riskant, omdat de gang van zaken jouw rendement bepaalt. Grote bedrijven voelen de gevolgen van economische misère zoals een wereldwijde pandemie – om maar wat te noemen, waardoor aan jou minder dividend wordt uitgekeerd. Om dat risico en het rendement op je investering te balanceren, is het zaak je portfolio te diversifiëren. Gaat jouw aandeel in bedrijf A als een trein, maar is bedrijf B vergane glorie, dan ben je per saldo toch prima uit. ETFs zijn van nature gemixte portfolio’s, dus dat spreiden is meteen gebeurd. Omdat je maar één transactie aangaat, vallen de kosten ook mee: je betaalt gemiddeld zo’n 20 euro per 10 duizend euro investering (0.2%). Je voorkomst instap- of uitstapkosten en een hoop tijd die je bij losse aandeeltjes wel kwijt bent.

Soms levert investeren in een buitenlandse ETF ook belastingvoordeel op, maar dat hangt af van de overeenkomsten tussen de landen van de beursgenoteerde bedrijven en de uitgever van je ETF. Het tarief van dividendbelasting in Nederland is momenteel 15%. In Ierland geldt een dividendbelasting van 0%, dus investeren in een Ierse ETF kan voordelig uitpakken. Maar als zo’n ETF bijvoorbeeld een Zwitsers bedrijf bevat, ‘lekt’ een deel van je dividend weg naar de Zwitserse overheid. Zwitserland en Ierland hebben namelijk géén verdrag.

Naast de gebruikelijke marktrisico’s, bestaat het risico dat de uitgevende instelling failliet gaat. Een ETF close down noemen we dat. Vorig jaar werden 69 ETFs geschrapt tegenover 206 nieuwkomers. Het kan ook zo zijn dat een ETF-aanbieder jouw effecten verder investeert om extra opbrengsten te genereren voor het fonds. Als dit fout gaat, kun jij je ETFs niet verder verhandelen. Dito voor fondsen die synthetisch te werk gaan: zij kopen dan niet de exacte aandelen van jouw gevolgde index aan, maar werken met een complexe structuur waarbij eenzelfde rendement gecreëerd wordt met derivaten en swapcontracten.

Hoe begin je met investeren?

Je hebt besloten te gaan investeren in ETFs. Dus, waar begin je? Je kunt kijken naar de kostenratio – hoeveel van je investering op gaat aan operationele kosten van de uitgevende instelling. In de regel is het wijs niet te investeren in een ETF met een ratio boven 1%.

Vervolgens kun je kijken welke ETFs het de afgelopen jaren goed hebben gedaan op de markt. Je kunt bijvoorbeeld gaan voor Standard and Poor's (S&P) 500, die zowel de afgelopen vijf jaar als ‘YTD’ – het afgelopen jaar, in het groen staat. Je investeert dan in de 500 grootste beursgenoteerde Amerikaanse bedrijven, waarvan 29% uit de IT-sector (Apple, Microsoft), 13% gezondheidszorg (Johnson & Johnson, Pfizer) en 13% luxe-consumentengoederen (Amazon, Tesla). Het is overigens ook de pionier der ETFs met zijn eerste uitgave in 1993. Een andere optie is de Vanguard Mid-Cap ETF – een mix van allerlei medium grote bedrijven die te groot zijn om te qua groei stagneren en te klein om door één keer bad press van de kaart geveegd te worden.

Je kunt ook kiezen vanuit ideologie, bijvoorbeeld voor duurzaamheid. Global Clean Energy omvat de 126 grootste bedrijven in de markt voor duurzame energie. Lyxor MSCI Future Mobility is zelfs volledig gericht op het thema vervoer, met bedrijfstakken zoals de deeleconomie en zelfrijdende auto’s. Bovendien is de ETF gefilterd op ESG-criteria: een term uit het investeringsjargon die staat voor environment, social, en corporate governance. Het betekent dat die factoren dermate aanwezig zijn in het bedrijfsmodel, dat we spreken van duurzame bedrijfsvoering die verder gaat dan de belangen van aandeelhouders. Dat duurzaamheid geen hype is blijkt uit de jaarcijfers van 2021: de instroom van ESG-ETFs verdubbelde toen tot wel 82 miljard euro wereldwijd.

De kleine lettertjes

In principe kun je bij het investeren in ETFs rekenen op winst: als cash of in de vorm van nieuwe aandelen, per maand of kwartaal (soms zelfs jaar). Hoeveel je ontvangt hangt af van hoeveel je procentueel bezit van het geheel – ook wel ‘pro-rata’. Het blijft altijd afwachten hoeveel je precies ontvangt en dat geldt voor elk stukje (bedrijf) van je ETF.

Over de kosten van indexfondsen valt ook nog wat te zeggen. Je hebt al mogelijkheden vanaf 0.07%, maar deze zijn vaak ‘passief beheerd’. Daartegenover staan actieve fondsen, wat betekent dat een fondsmanager er actief op uit is om nog beter te diversifiëren dan de markt. Voor dat werkt betaal je: de kosten voor zo’n ETF liggen rond de 1-2%. De grap is, dat menig onderzoek uitwijst dat de markt verslaan zo simpel nog niet is: vaak presteren passieve fondsen beter. Uiteindelijk is investeren net een fruitmachine – een kansrijk spelletje voor volwassenen.