Als we de cijfers mogen geloven, gaat het vrouwen onderwijstechnisch gesproken stukken beter af dan mannen. Zo heeft 43 procent van de vrouwen tussen de dertig en veertig keurig een HBO of WO-opleiding op zak, bij de mannen ligt dat percentage op 38 procent. Naast betere cijfers halen vrouwen ook nog 'ns sneller hun diploma én schijnen we naast onze studie vaker relevante werkervaring op te doen dan de mannen.

Klinkt goed, niet? Want met deze cijfers zouden wij vrouwen een behoorlijke streep voor moeten hebben op de arbeidsmarkt. Of in ieder geval meer kans moeten hebben op zo'n streep voor. Maar helaas: niets blijkt minder waar. Uit recent onderzoek blijkt dat mannen na het behalen van hun diploma even snel werk vinden als vrouwen met meer en relevantere werkervaring en betere cijfers.

Opvallend is trouwens het gegeven dat vrouwen in hun eerste baan relatief meer deeltijd werken dan mannen. De reden hierachter is volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) niet zo makkelijk te achterhalen. Het zou wellicht zo kunnen zijn dat vrouwen werkzaam zijn in sectoren met minder fulltime banen.

Een andere (plausibelere) verklaring van het SCP: vrouwen hebben andere ambities dan mannen, en we zijn minder snel positief over een baan. Dat laatste zou dan weer een oorzaak kunnen zijn voor het feit dat we minder snel voltijds aan de slag gaan.

Dan is er nog de kwestie kinderen. Zodra die in het spel komen, wordt de kloof tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt alleen maar groter. Vrouwen zijn vaker geneigd deeltijd te gaan werken, terwijl mannen juist fulltime aan de slag blijven. En dat is waar het bij vrouwen en hun weg naar de top vaak mis gaat, want: minder werken betekent ook minder kans op promotie.

De verhouding topman-topvrouw is behoorlijk ongelijk. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de maatschappelijke sector (een sector waarin relatief veel vrouwen werken) is het aantal hoge posities dat bekleedt wordt door een vrouw minimaal. En dat is een trend die zich de laatste jaren alleen maar verder heeft ontwikkeld. Ook in de politiek valt er nog een hoop te behalen: de lijsttrekkers van de acht grootste partijen waren allemaal man.

Genoeg te doen, dus. Volgens oud-minister Hedy d'Ancona zouden bedrijven om te beginnen flexibeler om kunnen gaan met arbeidstijden. Een andere optie kan zijn om de kinderopvang betaalbaarder te maken, zodat het voor vrouwen makkelijker wordt om een goede balans te vinden tussen werk en privé. Nog een grotere stap in de goede richting is een langer vaderschapsverlof. In ons land is dat nu vijf dagen, maar er zijn ook landen waar een twee weken durend vaderschapsverlof gebruikelijk is.

Duidelijk. Om mee af te sluiten een lichtpunt: volgens de CBS verdienen vrouwen steeds meer. Tot ons dertigste is dat zelfs meer dan mannen van dezelfde leeftijd.

Zie, we komen er wel.