Wat moet deze vrouw toch een mooi leven hebben gehad. Correctie: een sensationeel leven. Een bewogen leven. Een leven waarin er, volgens mij, maar nauwelijks saaie dagen voorkwamen. Clare Hollingworth is bijvoorbeeld de vrouw die in 1939 als eerste weet te melden dat de Duitsers Polen zijn binnengevallen - iets wat later het begin blijkt van de Tweede Wereldoorlog. Ze overlijdt op een respectabele 105-jarige leeftijd. We doen een kleine greep uit haar lange (en dus bewogen) leven.

Eerst maar 'ns terug naar 1939: vlak voor de Tweede Wereldoorlog werkt Hollingworth voor de Britse krant The Daily Telegraph. Voor die krant doet ze vanuit Polen verslag van de gespannen sfeer aldaar. Eenmaal voor een reportage onderweg naar Duitsland ziet ze pardoes honderden tanks geparkeerd vlakbij landsgrens vanwaar ze zojuist komt.

Terug in Polen schrijft ze er een verhaal over en kopt: '1000 tanks massed on Polish border. Ten divisions reported ready for swift strike.' Dat doet ze zonder eigen naam eronder, want dat is in die tijd niet gebruikelijk. Wanneer de echte invasie begint en Clare dat naar het thuisfront communiceert, wordt ze niet geloofd. Wanneer ze de telefoon uit het raam houdt, en haar toehoorders met eigen oren toch echt die tanks voorbij kunnen horen razen, piepen de mensen anders. Ze vertelt in eigen woorden:

youtubeView full post on Youtube

Dit is voor haar het begin van een glansrijke carrière als verslaggever. Altijd even onbevreesd bewandelt ze haar journalistieke paden en reist ze de wereld rond om verslag te doen van halsbrekende situaties in landen als Vietnam, Algerije, het Midden-Oosten, India en Pakistan. Saillant detail: de enige bagage die ze meeneemt tijdens haar reizen zijn haar T and T, betekenend haar tandenborstel en typemachine (en een revolver, voor eigen veiligheid).

Het resultaat van haar moed en doorzettingsvermogen is om over naar huis te schrijven: ze is een van de eerste westerse correspondenten in China na de Culturele Revolutie, ze had de scoop over het verdwijnen van Kim Philby in de Sovjet-Unie en ze is de eerste en laatste persoon die een persoonlijk interview met de laatste Shah van Iran krijgt.

Maar helemaal schadevrij blijft Clare Hollingworth niet. In 1946 heeft ze een bijna-doodervaring tijdens een bomaanslag op het King David hotel te Jeruzalem (ruim honderd mensen overlijden) waar ze slechts tweehonderd meter vandaan is.

Toch is Hollingworths journalistieke werk niet het enige waarvoor ze zo bejubeld wordt. Mind you dat ze werkzaam is in een tijdperk waar de westerse vrouw onderhevig is aan de man. En daar is de journalist zich zeker bewust van. Ze richt daarom een netwerk op van vrouwelijke reporters in Caïro en Noord-Afrika. Namen die daartoe behoren, zijn Eve Curie (dochter van de alom bekende Marie), Clare Boothe Luce (vrouw van uitgever Henry Luce), en Martha Gellhorn (vrouw van de Amerikaanse schrijver en journalist Ernest Hemingway). Hoewel alle partijen in principe concurrentie voor elkaar zijn, werken ze toch samen voor de verbetering van vrouwenrechten.

'Many of us who have come afterwards, and the generations afterwards, look back and are proud to remember that it is not us pioneering, it's them,' vertelt CNN chief international correspondent, Christiane Amanpour, ook al zo'n uitblinker, over Hollingworth. 'It's Clare and that band of women who really did it for us.'

Niet het enige waar Clare zich voor heeft ingezet trouwens. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkt ze voor organisaties die duizenden vluchtelingen redden van de Nazi's. Ze boekt in 1938 een wintervakantie naar Kitzhubel, Oostenrijk, maar verruilt de ski's gezwind in voor een visum dat haar toestaat te werken voor de British Committee for Refugees in Tsjecho-Slowakije. Daar helpt ze volgens de archieven ongeveer twee- à drieduizend vluchtelingen aan een toegangsbewijs voor Groot-Brittannië. Al gauw wordt er een stokje voor haar werk gestoken, omdat de machthebbers van Groot-Britannië er niet zo blij mee zijn dat Duitsers, Joden en Communisten in grote getallen komen.

In 1939 loopt ze een schrijver van de Daily Telegraph tegen het lijf en overtuigt ze hem om haar terug te sturen naar Duitsland - waar ze dus die baanbrekende ontdekking doet. Haar reactie aan de Telegraph in 2009 op dit hele gebeuren: 'I broke the story when I was very, very young. I went there to look after the refugees, the blind, the deaf and the dumb. While I was there, the war suddenly came into being.'

Terugkijkend op haar werk zegt Clare zelf: 'When I was very small, in world war one, I used to hear people talk about the battles, and I did become extremely interested in warfare. I'm not brave, I just enjoy it.' Naast haar oorlogsverslaggeving, schrijft ze ook een vijftal boeken over haar ervaringen.

In de jaren zeventig settelt Hollingworth zich in Hongkong, waar ze de rest van haar leven blijft. Vanuit daar reist ze rond en schrijft ze haar befaamde verhalen. Ze trouwt tweemaal, met schrijver Vandeleur Robinson en Times-journalist Geoffrey Hoare. Haar laatste man brengt ook een stiefdochter in beeld. Een kinderwens is bij de journaliste echter niet het geval, omdat ze altijd gefocust wil blijven op haar werk. Ze wordt erelid van de Foreign Correspondent's Club (FCC) in Hongkong, waar ze een eigen hoektafeltje krijgt die ze dagelijks bezoekt, tot haar laatste dag.

Clare Hollingworth heeft in haar carrière verschillende titels en prijzen mogen ontvangen:

1962: Woman journalist of the year voor haar verslagen van de burgeroorlog in Algerije.

1982: Geridderd door Queen Elizabeth II tot Officer of the Order of the British Empire voor haar journalistieke werk.

1994: James Cameron award for journalism.

1999: Lifetime Achievement Award tijdens de What the Papers Say awards.

2016: Haar biografie Of Fortune and War: Clare Hollingworth, First of the Female War Correspondents, geschreven door achterneef Patrick Garrett, wordt gepubliceerd.

Ter ere van haar 104e verjaardag wordt een Facebook-groep opgericht (die ook haar overlijden aankondigt) en dit volgende filmpje gemaakt waarin De Journalistiek haar roemt:

Een diepe kniebuiging en petje af voor Clare Hollingworth.