We snappen het hoor: na een lange (werk)dag is het toch gemakkelijk om in je luie stoel te blijven zitten, op dito reet, al scrollend door je tijdlijn of weinig in je opnemend in een boekje bladerend. 

Breng daar maar eens verandering in.

Er is nu namelijk heus wetenschappelijk bewijs dat uit die stoel komen en een ommetje maken goed is voor Het Creatieve Denkproces. De studie, gepubliceerd in de Journal of Experimental Psychology en opgepikt door The New York Times, bekeek eens wat een ommetje van pak 'm beet 8 minuten deed, daar in die bovenkamer. 

Proefpersonen werd  gevraagd na een wandeling zoveel mogelijk toepassingen op te noemen voor een speciale knop (je ziet: het werd lekker algemeen gehouden). Wat bleek? Na de benen te hebben gestrekt, kwamen de deelnemers met 60 (!) procent meer ideeën voor een dergelijke knop. 

Hoe dat zo komt? Door te wandelen laat je je gedachten gaan, zonder ze te filteren. Gedachten, ideeën, plannen: je laat ze de vrije loop (pun intended). Je denkt als het ware analoog, niet gestoord door wat dan ook. Daarbij maakt het niet uit of je nu in een park, over een zandweg of langs het strand (of waar dan ook) loopt, proefpersonen werden namelijk ook gewoon op de loopband in een rumoerige ruimte gezet. Ook daar werd de creativiteit vergroot. 

De term die erbij hoort, is gedachtedouche (of in het Engels, toch mooier: a shower for the mind). Sorry, maar alleen daarom al zou je eenmaal daags zo'n ommetje moeten maken, gewoon omdat je dan kunt zeggen: 'Joe, ik ben even gedachtedouchen.' En dat het werkt, is een feit. Niet voor niets maakten grootheden als Virginia Woolf, Steve Jobs en Friedrich Nietzsche regelmatig een ommetje. Een goede manier om acht minuten te spenderen, niet?