Oh oh Den Haag, mooie stad achter de duinen! De Schilderswijk, de Lange Poten en het Plein... Maar minstens zo indrukwekkend als deze Haagse locaties is het dialect van de echte Hagenees. We zetten de mooiste Haagse woorden, uitspraken en uitdrukkingen voor je op een rij.

Van 'vo voor de leden' tot 'burgerrups': dit betekenen de 45 bekendste corpswoorden >

Haagse woorden, uitspraken en uitdrukkingen

  • Asbak – Zo noemen ze in Den Haag een prullenbak.
  • Beschuitstuitah met sallûf – Broodje bal met mayo.
  • Blafhikken – Hoesten. En een van onze favo Haagse woorden.
  • Dûnah – Die zandheuvels bij Scheveningen.
  • Groen pikkie – Augurk.
  • Haags kwartiertje – Wat je scandeert aan het einde van een Ado-wedstrijd.
  • Hagenaar – Een nep-Hagenees, volgens de echte Hagenees.
  • Hij hep un tuin op z'n buik – Hij is dood. Een typisch Haagse uitdrukking.
  • Jagen, jagen! – Wat je scandeert als Ado speelt.
  • Kâhwe kak – Dat soort mensen woont in Wassenaar.
  • Kakkuh zondah dâhwe – Als iets makkelijk is.
  • Kniftâg – Gek, raar, vreemd. 'Die lijp word'r helemaal kniftâg van joh, gek!'
  • Krijg het zuah! – Als je helemaal klaar bent met iemand.
  • Moordgozah – Fijne vent.
  • Mot je n aai voáh je braedmoluh – 'Moet je een klap voor je bek?' Eh, kun jij deze Haagse zin uitspreken?
  • Patatje flip – Een Haags patatje oorlog, wat je uiteraard haalt bij Snackcar De Vrijheid.
  • Geef mein un bakkie pleur en un kanoh – In Den Haag geen koffie zonder een 'kanoh', dat is namelijk een koekje.
  • Pierewaaien – Naar Scheveningen gaan.
  • Spatjes – Kapsones.
  • Ut záh mén un baut hacheluh – Het kan me niks schelen.
  • Wa ken mêh dat nâh a me hol klonterûh? – Wat kan mij dat nou schelen.
  • Waus – Gek.
  • Zondah dollûh?! – Als afsluiter in dit Haagse woordenboek: 'Dat meen je niet?!'