Zelfvertrouwen is essentieel voor een succesvol leven. Deze zeven opvoedmissers ondermijnen het zelfvertrouwen van kinderen al op jonge leeftijd, zegt leiderschapsexpert en psycholoog Tim Elmore.

1. We laten kinderen te weinig risico nemen.

Risico's mijden zit in de menselijke natuur. Maar het veiligstellen van ons kroost heeft wel steeds overdrevenere vormen aangenomen. En dat heeft een averechts effect. Psychologen in Europa hebben bijvoorbeeld ontdekt dat als kinderen nooit meer buiten mogen spelen en nooit de ervaring van een kapotte knie ervaren, ze als volwassenen meer fobieën hebben. Het is beter dat kinderen af en toe vallen, dan leren ze dat dit normaal is. Als ouders alle risico's uit een kinderleven elimineren, is de kans op overmatige arrogantie en lage eigendunk onder onze toekomstige leiders groot.

2. We redden te snel.

Zodra onze kinderen er zelf even niet uitkomen, bieden wij hen alweer de helpende hand. Maar als we kinderen te snel redden en assisteren, ondermijnen we hun vermogen om zelf problemen op te lossen en om te gaan met tegenslagen. Een kind raakt eraan gewend dat er iemand is om hem te helpen of de tegenslag te elimineren, wanneer het even tegenzit. Maar helaas, zo zit de grotemensenwereld helemaal niet in elkaar. Het heeft, kortom, op lange termijn een averechts effect. Je kweekt er een incompetente volwassenen mee.

3. We loven te makkelijk.

Iedereen moet tegenwoordig maar een winnaar zijn. Die 'iedereen krijgt een prijs' mentaliteit zorgt er misschien wel voor dat alle kinderen zich speciaal voelen, maar vroeg of laat zullen zij ook ontdekken dat mama en papa de enigen zijn die vinden dat ze zo geweldig zijn, want niemand zegt dat verder. Daardoor zullen ze de objectiviteit van hun ouders in twijfel gaan trekken. Al dat geprijs voelt misschien goed op het moment zelf, maar mist elk gevoel voor realiteit. Als we te makkelijk loven en slecht gedrag te weinig afkeuren, zullen kinderen sneller geneigd zijn om te gaan valsspelen, overdrijven of liegen, omdat ze niet hebben geleerd om de realiteit, die stukken harder is, onder ogen te komen.

4. We laten ons schuldgevoel in de weg staan aan goed leiderschap.

Je kind hoeft jou niet elke minuut van de dag geweldig te vinden. Het is helemaal niet erg als hij zo nu en dan teleurgesteld is in je, omdat hij simpelweg zijn zin niet krijgt. Over korte termijn-teleurstellingen komen kinderen echt wel heen, maar verwend gedrag leer je veel minder makkelijk af. Durf dus 'nee' te zeggen, dingen te verbieden. En durf ook het ene kind te belonen als het een beloning verdient en het andere kind even niet. Zo leert een kind namelijk dat succes afhankelijk is van zijn eigen goede gedrag.

5. We delen onze eigen oude fouten niet met onze kinderen.

Pubers willen hun vleugels uitslaan en nieuwe dingen uitproberen. Dat moet je als ouders toelaten, maar dat betekent niet dat je ze niet kunt begeleiden met het vinden van de juiste paden. Door met hen te delen wat je eigen relevante fouten waren als puber, leer je je kinderen de juiste keuzes te maken. Kinderen moeten ook voorbereid zijn op uitglijders en de consequenties van hun eigen keuzes accepteren. Als ouder kun je in zulke gevallen met je kind delen dat je zelf een soortgelijke misstap hebt ervaren, hoe dat kwam en hoe je erbij voelde en wat je ervan hebt geleerd.

6. We verwarren intelligentie, talent en invloed met volwassenheid.

Intelligentie wordt vaak als graadmeter gebruikt voor een kinds volwassenheid. Daaruit vloeit voort dat ouders ervan uitgaan dat een intelligent kind klaar is voor de wereld. Maar dat is niet zo. Hetzelfde geldt voor talent, dat gaat immers maar over één aspect van het leven van dat kind. Wanneer is een kind verantwoordelijk genoeg om bepaalde dingen zelfstandig te doen? Daar is geen eenduidig antwoord op, maar een goede graadmeter is te observeren wat leeftijdsgenootjes al zelf (mogen) doen. Doet je eigen kind minder, dan rem je zijn onafhankelijkheid misschien te veel.

7. We handelen niet naar wat we uitdragen.

Als ouder is het je verantwoordelijkheid om je leven zo in te richten dat het een voorbeeld kan zijn voor het leven van je kinderen. Het doel is een leven waarin ze karakter durven tonen, betrouwbaar zijn en aanspreekbaar op hun woorden en hun daden. Als de leider van je gezin kun je leugentjes om bestwil daarom beter vermijden. Wees altijd eerlijk en oprecht, om karaktererosie te voorkomen. Maak de juiste ethische keuzes, omdat kinderen daar ook getuige van zijn. Zorg dat je een voorbeeld bent door je kinderen te laten zien wat het betekent om onbaatzuchtig te geven, hulp te bieden aan mensen die het nodig hebben, zorg te dragen voor het milieu. Je kinderen zien het, leren ervan en zullen later hetzelfde doen.

Via: Gatsby.nl.

Meer van dit in je timeline? Like Harper's Bazaar op Facebook