De sterrenregen van Michelin gutste afgelopen december weer in volle hevigheid over ons land. Wat heet: er verloren dan wel vier restaurants hun ster, maar er kwamen er zeven voor terug. 127 sterren in totaal. Lang niet slecht voor een landje waarin het culinaire genieten pas laat op de kaart stond.

Toch moeten de proefkonijnen van Michelin hun portionering nog even verfijnen. Want waar Amsterdam liefst negentien Michelinsterren rijk is (4 maal ** en 11 maal *), heeft Rotterdam er tien (3 maal ** en 4 maal *) en telt Den Haag drie sterrenrestaurants (3 maal *). En Utrecht? Nul, nada, noppes, helemaal niets. Geen sterrenregen, nog niet eens een laffe drup. De bisschopsstad staat al vier jaar gortdroog en is zo langzaamaan verworden tot de culinaire Sahara van de Lage Landen.

Wat gaat er mis? We vroegen het Leo Holman, adj. directeur van Grand Hotel Karel V, het restaurant dat de laatste Utrechtse ster (tot 2012) bezat en dit jaar een van de kanshebbers op een nieuwe was, maar wederom met lege handen achter bleef.

Zijn de tranen al gedroogd?

'Haha, zo erg is het niet.'

Boos of teleurgesteld dan?

'Natuurlijk zijn we teleurgesteld. Maar ja, we koken natuurlijk niet voor een ster, maar voor onze gasten. '

Dat zal, maar ga je komend jaar een stapje extra zetten om die ster eindelijk te heroveren?

'We werken iedere dag met ziel en zaligheid. Als onze gasten tevreden zijn, zijn wij tevreden. Maar ik zou het voor ons team wel een kroon op het werk vinden.'

Meer algemeen, hoe komt het dan dat Karel V en heel Utrecht dat laatste stapje niet weten te zetten?

'Tja, in Utrecht wordt echt wel goed gekookt, maar je moet niet vergeten dat het een niet zo heel erg grote stad is en dat er veel studenten wonen.'

Klinkt best aannemelijk, maar toch, De Lutte of Koewacht zijn nou ook geen wereldsteden. Goed, het zij zo. In Utrecht blijft het wachten op die ene oase.