Geen dag is zo beladen met romantiek als de 14e februari - Valentijnsdag. Om helemaal in de stemming te komen presenteren wij deze romantische column van niemand minder dan Matthijs van Nieuwkerk, die hij speciaal voor Bazaar schreef.

Romantiek, je moet het praktisch zien. Maak het niet te ingewikkeld, niet te mythisch. Denk alsjeblieft niet dat het een goddelijke streling is die je ooit overkomt. Of niet. Allemaal gedoe.

Er is een landkaart van de romantiek en dat is het stratenplan van Parijs. Hang hem aan je muur, koop een doosje gekleurde speldenkopjes en geef pleinen, brasseries en bruggen – als ze dat verdienen - een romantisch vlaggetje. Ik ben bijna honderd speldjes verder. Een fikse promenade inmiddels.

Eerste speldenprik was Brasserie Lipp (zoek zelf maar even op waar het is, dan wen je een beetje aan de plattegrond). Daar reserveerde ik het tafeltje waar ooit de jonge Amerikaanse schrijver Hemingway zijn bier dronk. Daar zat ik dan en dacht aan de zinnen die hij hier schreef. Ik bestelde zuurkool. Zo eenvoudig is het.

Nog een voorbeeld. Op de Pont Neuf zoende Miles Davis met de prachtige Juliette Gréco. Miles blies die avond een onvergetelijk hese My Funny Valentine en Parijs werd het grootste jazz-podium van de wereld.

Ik tuur vanaf de brug in het water. In de Rue Cambon zie ik Coco Chanel langslopen tijdens haar dagelijkse wandeling. In deze buurt kreeg ze de zoete invallen voor haar little black dress en de geur No.5. Ik ga er eens rustig voor zitten, op de trappen van de Église Notre-Dame-de-l'Assomption.

Parijs. Zo doe ik het. Een paar keer per jaar. Ik verzamel de herinneringen, als een lange bedevaart. Een bedevaart naar de verbeelding.

Deze tochtjes naar cafés, bruggen en pleinen maken me blij. Hoe de zuurkool smaakte in Lipp weet ik echt niet meer, hoeveel bogen de Pont Neuf heeft? Geen idee. Ik ben ter plekke te verblind door heimwee, inspiratie en ta-ta-ta-ta: liefde.

Laten we dit romantiek noemen. (Voor eros en min, voor dat soort romantiek, raad ik trouwens L'Hôtel aan, waar Oscar Wilde stierf, dat wel).

Maar goed. Vlak voor de jaarwisseling prikte ik het laatste speldenkopje op de kaart. Het was op Place Dauphine dat ik in de verte een jazzorkestje muziek van Louis Armstrong hoorde spelen. Toen ik dichterbij kwam, zag ik tientallen stelletjes uitbundig en vooral erg vrolijk op deze muziek dansen. In de kou swingden ze zich warm. Gekleed in jurken, rokken en pantalons uit de twenties, met hoedjes, bretels, diademen. Mannen met snorren in two tone-schoenen, dames met opgestoken haar en op lage pumps. 

Het was Lindyhop, de jongste rage in Parijs, waarbij gedanst wordt op muziek uit de nachtclubs van Harlem in de jaren '20 en '30. Dansers als Shorty George en Big Bea stalen toen de show in de Savoy Ballroom, de Lindyhop hotspot van die tijd. En nu, honderd jaar later, maakt Lindyhop van veel straathoeken in Parijs een openlucht-ballroom.

In een mand naast de drummer zag ik tientallen mobiele telefoons liggen. Die moesten de dansers blijkbaar inleveren. Ik keek naar een meisje dat me sterk deed denken aan een zwart-wit foto van Brigitte Bardot. Ze was even niet connected, behalve met een jonge Gene Kelly op het Place Dauphine in Parijs, dansend op de trompet van Louis Armstrong.

Dit verhaal verscheen eerder in Harper's Bazaar.