Er zijn nogal wat woorden ons vocabulair ingeslopen die we dagelijks
bezingen maar waarvan we eígenlijk niet precies weten wat ze nou
helemaal (lees: letterlijk) betekenen, waar ze vandaan komen, of hoe we
ze uitspreken. We brengen er dertien ter tafel.

1) Toetje
Iets kleins toe. Toe-tje. Tot begin jaren zeventig
spraken we nog van een nagerecht, toespijs of dessert. Tot Mona in 1973
met succes het woord 'toetje' ter tafel bracht.

2) Horeca
Pak de eerste twee letters van horeca, restaurant, café, en ziedaar: horeca.

3) Oké
Er is een aantal verklaringen voor de herkomst van oké
(ook oké: o.k., okay). Een daarvan voert ons naar New Orleans, die
vroeger in Franse handen was. In New Orleans kwamen vaak schepen aan met
Franstalige bemanning. Wanneer handelswaar werd uitgeladen en op de
kade gezet, riepen de Fransen: 'Au quai!' Wat zoveel betekent als: 'Op de kade!' Engelsen namen dat over, maar riepen na het uitladen pas au quai wat ze al gauw verbouwden tot okay en volgens hun een teken was van: 'Joe, alles in orde!'

>> Voor op vakantie: verbluf de ober ter plaatse en spreek deze woorden correct uit.

4) Alarm
Komt van het Franse a l'arme, ofwel: te wapen. 

5) Paraplu
Nog zo'n Franse jongen, kijk maar: para-pluie > pluie = regen. Een scherm tegen de regen. Para-sol (van soleil) betekent inderdaad een scherm tegen de zon.

6) Toedeloe
Komt van het Engelse to the loo. Ofwel: ben even weg.

7) Slachtoffer

Een samenstelling van de woorden 'slachten' en 'offeren'. Slacht-offer. Brrr.
8) Iets begrijpenIets met je verstand kunnen vastpakken. Letterlijk, zeg maar.

9) Verstandskies
Heeft bar weinig met verstand van doen. Spreek 'm eens zo uit: vér-standskies. Precies. Een kies die ver weg staat.

>> Klein van stuk? 12 dingen die jij begrijpt.

10) Taptoe
Een signaal dat het sluitingstijd is en de tap toegaat.

11) Beschuit
Komt van het Franse biscuit dat letterlijk 'iets dat tweemaal gebakken is' betekent. En dat tweemaal bakken werd in de 18e eeuw veel gedaan, want dan konden ze wat langer van hun deeg genieten. Het woord biscuit om een koekje aan te duiden, gebruiken we trouwens pas sinds de 20e eeuw.

12) Nieuwsgierig
Nieuws-gierig. (Nu schrijf je 'm nooit meer per ongeluk met -sch.)

13) Eigenwijs
Iemand die het met een eigen wijs op zijn eigen manier doet, dus.