Bazaar heeft iets nieuws en doopte het Modemémoires. Een stralende miniserie waarin zeven Nederlandse kostuumconservatoren je om beurten trakteren op hun favoriete collectiestukken uit de archieven van modemuze.nl, een nieuwbakken platform waar je digitaal door museale modecollecties kunt struinen. Deze week aan zet: Fries Museum-conservator Gieneke Arnolli. En ze haalt een bere-interessant trouwkostuum van stal.

Wat hebben we daar?'Een Fries trouwkostuum (een jack met rok) van gebloemd zijde uit de 18e eeuw. 1782, om precies te zijn. Het kostuum verkeert in uitstekende staat. Een kleine uitzondering: bij dit kostuum hoort een wijde gewatteerde onderrok van zijde, maar die is door het vele dragen versleten. Die slijtage kan in het midden van de 19deeeuw zijn ontstaan, toen de rokken opnieuw enorm wijd waren en vóór de uitvinding van de stalen crinoline ondersteund werden door een boel onderrokken.'

Hoe kwam-ie bij jullie terecht?'Tien jaar geleden werd het Fries Museum geattendeerd op dit trouwkostuum – tot dan toe in familiebezit. Het was bekend van de afbeelding in de catalogus van tentoonstelling Het costuum onzer voorouders, gehouden in de Ridderzaal in Den Haag in 1936.'

Tijdsgeest'Dit kostuum past precies in de tijd. Het stofmotief was destijds al tien jaar in de omloop. Het model met de verfraaiing van franje langs de mouwen is modieus, maar niet vooruitstrevend te noemen. Het sierschort met zijden borduurwerk is traditioneel en ongetwijfeld voor een huwelijk gemaakt. Het is niet van Isabella Stinstra geweest – maar het had gekund.'

Niet bepaald een bescheiden hoofdtooi, is het wel?'Van de hang naar soberheid die Doopsgezinden zouden hebben is bij dit kostuum niet veel te merken. De zijde is weliswaar dunner en minder zwaar dan het bij de Fransen was – zo bleek toen dit kostuum tentoongesteld werd in het Parijse Palais Galliera in 2005. (In tentoonstelling Modes en Miroir, over de relatie tussen Franse en Nederlandse mode.) Het was de tijd van de hoogopgetaste pruik. In Friesland echter werd het haar verstopt onder een linnen muts met een luifel die in de loop van de 18de eeuw steeds groter is geworden. De beugel die de luifel omhoog houdt, wordt vastgeklemd door een smal gouden oorijzer. De tas aan de schortband heeft een gouden beugel, een teken van rijkdom.'

Wie droeg dit pak?'Iebeltje of Isabella Stinstra (1760-1829), dochter van arts Simon Stinstra en Anna Braam, rijke doopsgezinde families in Harlingen. Op 5 augustus 1782 trouwde ze met Pieter de Clercq uit Amsterdam. Hoogstwaarschijnlijk deed ze dat in dit kostuum, dat een onderdeel was van haar huwelijksuitzet. Die uitzet nam ze mee naar Amsterdam, maar we weten niet of ze de kleren van die uitzet nog veel heeft gedragen. Aardigheid: op een familieportret in het Amsterdam Museum krijgt Isabella een gezicht. Hierop is te zien dat ze haar Friese klederdracht met oorijzer en grote Duitse muts achter zich heeft gelaten. Zij heeft dan, zeer modieus, een grote bos grijs gepoederd haar, waarop ze een hoge zijden hoed draagt.'

Over de makers'Het kostuum zal vervaardigd zijn door een lokale kleermaker, wiens naam niet bekend is. De stof is mógelijk afkomstig van de firma Sybouts in Leeuwarden – doopsgezinde handelaars in luxueuze stoffen. De tas van dezelfde zijde is aan een gouden tasbeugel met haak gezet. De beugel is gemaakt door goudsmid Hendrik Dauw, die in Leeuwarden werkzaam was van 1764 tot 1790.'