Het was wel even twee keer met de ogen knipperen toen ik het las, op harpersbazaar.com. Er werd gerept over de 'very well-dressed comeback' van Celine Dion. Parrrdon? Ten eerste had ik niet door dat Céline ooit afscheid had genomen, ten tweede vond ik het totaal onwaarschijnlijk dat Céline Dion, toch al decennialang de vleesgeworden non-smaak, er plotsklaps very well-dressed bij liep.

Maar ja, dacht ik toen, als het Victoria Beckham lukt om van loeiordinair tot understated chic te evolueren, dan zou het bij Dion ook moeten kunnen lukken. In principe. Toch?

Laat ik vooraleerst even duidelijk maken dat ik geen hekel heb aan de muziek van Céline Dion. Nou ja, geen echte hekel. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik Ne partez pas sans moi hoor, de wervelende hymne waar ze ooit het Eurovisiesongfestival mee won, gehuld in een spierwit gedrocht met opgevoerde schoudervullingen, spierwitte panty's en een spierwitte petticoat, met ongeëpileerde wenkbrauwen als rupsen en een getoupeerde permanent van heb ik jou daar. Toen vond ik haar nog heel fris en aandoenlijk, maar ergens along the way werd het allemaal een beetje véél. Heel veel stem, héél veel schel volume en trillende uithalen, heel veel tranentrekkende powerballads die je haren op goeie dagen te berge doen rijzen – maar in tijden van liefdesverdriet, ellende of lange autoritten totaal therapeutisch zijn, zeker als je ze knetterhard meebrult. En daarom is het ook wel fijn dat ze er is, en dat ze zingt.

instagramView full post on Instagram

Céline veranderde ondertussen met rasse schreden van schuchter zangeresje in mondaine diva. Er kwamen handgebaartjes, lange blonde extensions, een kitschhuwelijk met haar veel oudere man, een glamourleven, optredens in Vegas met bijbehorende dubieuze, pompeuze outfits en een treurig sterfgeval waarna ze als weduwe door moest – gebeurtenissen die haar jarenlang op de pagina's van People, Hello en aanverwante periodieken vastgekleefd hielden.

Ariana Grande meets Lustige Witwe.

En nu maakt ze dus een comeback. In stijl – vinden althans onze Amerikaanse zusters. Ik hoop dat ze het me niet kwalijk nemen, maar ik ben het volstrekt maar dan ook volkomen NIET met ze eens. Ze schrijven lovend over celebritystylist Law Roach die voor Dion is gaan werken en de chanteuse in allerhande hysterisch hippe outfits hijst. Ik noem een nepleren salopette van Givenchy met grove sandalen, Elsa Schiaparelli-shorts en knalrode suède lieslaarzen, een Gucci-minirok en een oversized Vetements-sweater (van Titanic, dat dan weer wel) met een skinny jeans eronder en een beige (hoe toepasselijk!) Céline-pak.

Kijk, dat klinkt op papier allemaal bijzonder credible en spot-on qua happening merken, maar als ik even streng mag zijn:

a) Het zijn veel te verschillende merken om binnen één persoonlijke stijl te passen, alsof je in een restaurant zowel pannenkoeken als sushi als boerenkool als exquise truffelgerechten serveert: hartstikke verwarrend!

b) Céline en haar sterrenstylist zijn glad vergeten dat onze nachtegaal de vijftig met rasse schreden nadert. Nu hoor je mij (47) niet zeggen dat je dan in een bloemetjesjurk en op orthopedisch schoeisel de deur uit moet, en Céline heeft absoluut prachtige benen en een kittig figuurtje, maar hallo: een fopleren tuinbroek? En majorettenjurkjes? Ariana Grande meets Lustige Witwe, en dat is een verdraaid tricky look.

c) Last but not least: de make-up en het haar van Céline zijn ze bij de make-over helemaal vergeten te restylen, dat is ook raar, toch?

Nou ja, kort en goed, waar ik me over verbaas: hoe een stylist met zulke dure kleren zo'n goedkoop ogende look neer kan zetten. Dat is bijna knap.

Ik vind daarom dat Céline Dion deze Law Roach met zijn meervoudige persoonlijkheidsstyling op staande voet moet ontslaan. En een goeie stylist moet inhuren. Of gewoon, for old time's sake weer spierwitte hoekige jasjes en petticoats moet gaan dragen. Beter een lelijke eigen stijl hebben dan eruitzien als een stuurloze designerflipperkast, toch?

En dan starten we 'm nog maar eens in, gewoon omdat het kan: de grootste modeblunders van het Eurovisie Songfestival volgens Cécile Narinx >