Vrijdag opent in Museum Arnhem de tentoonstelling I want it to be soft, the journey of Bas Kosters. De eerste overzichtstentoonstelling van de eigenzinnige modeontwerper, vormgegeven door Maarten Spruyt. Een reis door de 13-jarige carrière van Bas Kosters, vol mode, kleding, installaties, tekeningen, illustraties, textiel en video. Hoogste tijd dus om de designer eens te vragen naar zijn beste tips om toe te passen in de kunstwereld.

Hoe kijk jij naar kunst?

'Ik ga niet specifiek op zoek, sommige dingen kom je gewoon tegen, tijdens je werk in de culturele sector. Ik ben ook niet echt op zoek naar kunst, meer naar prikkeling, beroering, fascinatie. En dat kan van alles zijn, al heb ik wel bepaalde interesses: soms het werk van een andere kunstenaar, zoals nu bijvoorbeeld Grayson Perry in het Bonnefantenmuseum in Maastricht, maar vaak dingen die bij mijn werk aansluiten: figuren, karakters, textiel, illustraties, grote installaties...'

Welke galleriën zijn jouw favoriet?

'Ik maak in Nederland eigenlijk spijtig genoeg nooit tijd om ergens heen te gaan. Vooral in het buitenland ben ik meer op zoek naar inspiratie, want dan ben ik vrij. Londen is enig natuurlijk, maar ik ga net zo lief naar de antiekmarkt als naar het Tate  Modern, een hele gave plek om te zijn.'

Welke expo heeft jou het meest ontroerd?

Die van Bernard Willhelm en Walter van de Beirendonck in het modemuseum in Antwerpen. Dat zijn designers die ik enorm waardeer en bewonder.'

Ik heb de wens dat mensen meer open voor elkaar staan. Dat is nodig.

Modetentoonstellingen zijn populair, met die van Alexander McQueen voorop. Hoe zou dat komen, denk je?

'Mode is in de mode. Schoonheid, bewondering, ambities, dromen, alles ligt erin. Mode kan heel speciaal zijn, dat is denk ik de aantrekkingskracht. Mode is van jou. Als je een show van Dior online hebt gezien en dan tijdens een tentoonstelling zo'n jurk in het echt, dan komt het toch ineens heel dichtbij.'

Wat kunnen we leren van jouw tentoonstelling?

'Ik probeer mensen liefde en betrokkenheid bij te brengen. Voor materiaal, dat is nodig, want het is uitermate belangrijk dat we meer oog krijgen voor wat we al hebben en wat er al is. Bij mezelf was die noodzaak de laatste tijd ook minder aanwezig, terwijl ik in het begin van mijn carrière wel heel erg bezig was met gerecycled materiaal. Dat heb ik nu weer heromarmd. Maar ook liefde en betrokkenheid voor de medemens. Ik heb de wens dat mensen meer open voor elkaar staan. Dat is nodig.'