Eens per jaar mag het kostuum weer van de zolder, want: carnaval! Het culturele erfgoed waar we in het zuiden zo verschrikkelijk trots op zijn en zo ontzettend koesteren. Omdat vijf dagen vol carnavalsmuziek, liters bier en idioot geklede mensen voor sommigen best een uitdaging kan zijn, hier acht dingen die je wel en absoluut niet moet doen tijdens carnaval.
Dont's:
1. Je haar volledig in de krul zetten in een poging tot knap uiterlijk.
Het dondert en het bliksemt van Guus Meeuwis (voor de leken onder ons, je luistert 'm hier) hoeft maar één keer gedraaid te worden en je kapsel is foetsie (lees: bierdouche).
2. Besluiten je beste schoenen onder je kostuum te dragen omdat dat nou eenmaal veel mooier staat.
Geloof ons: die overleven de avond gewoonweg niet.
3. In ietwat beschonken toestand voor zoveel mogelijk foto's poseren, want: zo ontzettend trots op je creatieve kostuum dit jaar.
En vervolgens op Facebook getagd worden waardoor je hele familiekring, schoonouders en baas kan meegenieten van jouw gezellige avond. Dat wordt een ongemakkelijke dag maandag, eh woensdag (carnaval duurt immers tot en met dinsdag) op kantoor.
4. Op zaterdag te luidkeels meezingen met die heerlijke carnavalskrakers waardoor je op zondag je stem al kwijt bent.
Niet slim. Je moet namelijk nog tot dinsdag.
Do's:
1. Je extra dik aankleden wanneer je op de fiets naar de kroeg gaat (denk: sjaal, handschoenen en muts).
Zodat jij, als één van de enigen, woensdag compleet gezond én zonder schorre stem weer op het werk verschijnt.
2. Kiezen voor dat originele, zelfgemaakte pak in plaats van dat afgezaagde, ultrakorte kostuum.
Het is echt zo. Niémand zit te wachten op nog een zustertje, prinses of sneeuwwitje. Kies juist voor dat originele pak, heb je gelijk een goede openingszin.
3. Meedoen aan meer polonaises dan goed voor je is.
Want het ís dus eigenlijk gewoon goed voor je (humeur).
4. Al je zorgen vergeten en even alleen maar genieten.
Daar is carnaval immers voor.
En wat je aan moet? Dat adviseren onze collega's van ELLE.
Alaaf!
