Een hoogleraar geneeskunde heeft interessante feitjes over ons gewoonten en gedrag, zoals het drinken van alcohol, eten van chocolade en nemen van koffie, onderzocht en op een rij gezet. In zijn boek, The Longevity List, maakt Merlin Thomas korte metten met eet- en drinkmythes – en aber natürlich ving het verhaal over de champagne direct onze aandacht.
Thomas onthult dat degene die het eerste glas champagne uit een fles drinkt, meer dronken wordt dan de persoon die het tweede, derde of vierde glas van dezelfde fles neemt. Thomas legt uit dat het allemaal door de de bubbels komt. Terwijl voedsel ervoor zorgt dat alcohol langzamer wordt opgenomen in je lichaam, zorgt prik er juist voor dat het sneller gaat.
Hoe zit dat met champagne?
Wanneer de kurk eruit is, dan begint het koolstofdioxide in de champagne te ontsnappen. De bubbels stijgen naar de bovenkant van de fles. Wanneer we het drinken wordt onze maag voller, terwijl de koolstofdioxide nog steeds aan het stijgen is. Dit proces gaat zelfs nog een stuk sneller wanneer het koude drankje opwarmt door je lichaamstemperatuur.
De bubbels forceren onze ingewanden (oké, dit klinkt heftiger dan het waarschijnlijk is) om de alcohol in een sneller tempo op te nemen. Daarom word je sneller dronken van een glas champagne, dan van een glas witte wijn.
Hoezo word je meer dronken van het eerste glas uit de fles?
Heel simpel eigenlijk: in het eerste glas zit meer prik, en dus meer gassen die je alcohol sneller in je bloed forceren. Hoe meer bubbels er in je maag zitten, hoe sneller je dronken wordt.
Maakt de temperatuur een verschil?
Van een koud glas champagne word je sneller dronken dan van een warmere drank met prik. Hoe kouder de drank, hoe minder het bruist. Kortom: in onze maag begint het pas erger te bubbelen, waardoor je weer sneller dronken wordt.
Toch wel interessant, hè.*Plop*
Meer van dit in je timeline? Like Harper's Bazaar op Facebook>
