De badkamer: jij wordt er schoon in, dus wordt die kamer ook vanzelf schoon, toch? Helaas is dat een illusie. Maar door deze acht dingen een gewoonte te maken, wordt én blijft de badkamer net zo stralend als jij, wanneer je net onder de douche vandaan komt.

1. Leeg elke dag de prullenbak

Zelfs het kleinste beetje afval kan ervoor zorgen dat de kamer niet lekker ruikt en er rommelig uitziet. In plaats van het vuil zich te laten opstapelen, is het beter je prullenbakje elke dag te legen.

2. Houd de muren schoon

Neem na het douchen een extra minuutje om de muren van je douche ook schoon te maken. Gebruik daarvoor een mengsel van water en schoonmaakazijn. Spuit op de tegels, spoel en neem af met een trekker.

3. Hang je handdoeken uit

Houd je handdoeken schoon door ze goed uit te hangen na gebruik. Wie dat niet doet, wordt na een paar dagen niet meer schoner door zijn handdoek.

4. Zet de ventilatie aan

Lucht je badkamer door een raam open te zetten of de ventilatie aan te doen. Zo voorkom je de vorming van schimmels.

5. Doe de vieze klusjes meteen - dan worden het geen grote klussen

Verwijder gemorste zeep meteen uit de gootsteen, voordat 'ie opdroogt, haal een borstel door de wc voordat 'ie niet meer wit is: je kunt snel de vieze dingen oplossen, voordat ze écht vies en groot worden.

6. Zet de wasmand in de badkamer

Die groeiende berg kleding? Komt er niet meer, want je kunt alles meteen in de was doen als je je uitkleedt.

7. Multitask tijdens het tandenpoetsen

Je hebt twee handen, en maar in eentje zit die tandenborstel. Dus gebruik die ander om bijvoorbeeld de wasbak schoon te spoelen.

8. Gebruik de stofzuiger

Kluiten haar in het doucheputje én de hoeken van de badkamer: horror! Voorkom dat je overal vogelnestjes terugvindt, en pak regelmatig de stofzuiger, ook in de badkamer dus. Wie een grote niet handig vindt, kan voor dit klusje ook een kruimeldief gebruiken.

(van Good Housekeeping)