Altijd het goede nastreven en het uiterste van jezelf eisen: zo werd het kostschoolmeisje voor haar veertigste hoogleraar terrorisme en veiligheid. In Bazaars stralende zomernummer een uitgebreid interview met Beatrice de Graaf, van Bazaars José Rozenbroek. Hieronder schotelden we Beatrice de Graaf alvast vijf zaken voor.

Over haar eerste baantjes'Mijn ouders hadden het niet heel breed, dus tijdens mijn studie heb ik altijd gewerkt. Geld lenen wilde ik niet. Dat was er wel ingehamerd: je moet het zelf verdienen. In de eerste jaren werkte ik in een snackbar, dat vond ik enig. Je hoorde nog eens wat, met al die werklozen aan de bar. Later werd ik student-assistent, dat was ideaal. Dat verdiende hartstikke goed, wel twintig gulden per uur, en je mocht de hoogleraar helpen. Wat is er leuker dan dat?'

Over seksisme'Op de universiteit is er nog steeds sprake van impliciet seksisme, al is het moeilijk om je vinger erop te leggen. Het aantal vrouwelijke hoogleraren stijgt wel, maar internationaal gezien bungelen we nog steeds ergens onderaan bij de derdewereldlanden. Mannen van zestig zijn hier nog steeds dik in de meerderheid. Die doen ook hun best, maar het is een andere cultuur. Je moet als vrouw een dikke huid hebben, tegen een stootje kunnen, one of the guyszijn. De werktijden kloppen natuurlijk voor geen meter, maar daar moet je niet over zeuren of klagen.'

Over te veel aan je kop'Anderen worden eerder overspannen van mij dan dat ik overspannen word. Als ik heel druk ben, ga ik dingen vergeten, tienminutengesprekken op school en zo. Meestal komt het dan weer op mijn man neer. Vorig jaar had ik een periode dat ik moe was, uitgeput. Ik probeer elke week tien kilometer te rennen, maar ik kón niet meer. Voor het eerst in mijn leven had ik geen energie meer. Bleek ik een verwaarloosde longontsteking te hebben.'

Over haar uiterlijk'Als ik aan het werk ben, zie ik mezelf niet als vrouw, maar als wetenschapper. Niet dat ik niet ijdel ben. In de ochtend kleed ik me bewust aan: waar moet ik vandaag zijn, voor wie moet ik verschijnen, wat zal ik aantrekken? Maar als ik eenmaal bezig ben, in de collegezaal of op tv, dan ben ik met mijn boodschap bezig. Als iemand me dan opeens benadert als vrouw, hóór ik het niet eens. Of ik denk verward: hè, wat heeft dat er mee te maken?'

Over flirten'Ik heb nooit zo door als mannen met me flirten. Flirt Matthijs in DWDD met me? Nee toch, die doet dat niet! En daar gaat het toch niet om? Als je me een vraag stelt over terrorisme, dan krijg je, boem, mijn terrorismeverhaal. Dan moet je niet een potje lopen flirten.' 

>> Benieuwd naar de rest van Bazaars nieuwe?