Beatrice de Graaf, hoogleraar terrorisme en veiligheid, is in de huidige, roerige tijden weer veel te zien, horen en lezen in de media. Bazaars José Rozenbroek sprak haar voor het zomernummer, over Nietzsche, nurture en het nest waar ze uit komt.

Het kan aan het weer liggen, maar alles aan Beatrice de Graaf (1976) lijkt op deze stralende lentedag even zonnig: het roodblonde haar, de rossige sproetjes, het kleurige jurkje, de gele pumps, de hartelijkheid waarmee ze haar bezoekster naar haar werkkamer in de Utrechtse binnenstad loodst en van thee voorziet. Triomfantelijk tovert ze een zakje gember-citroenthee tevoorschijn: 'Veel lekkerder dan die van beneden.'

De spraakwatervallerige hoogleraar History of International Relations & Global Governance staat steeds vaker in de schijnwerpers. Ze is een graag geziene gast bij DWDD. Vorig jaar verzorgde ze een prachtige avond bij Zomergasten met indrukwekkende fragmenten en verhalen. Daarnaast heeft ze een column in NRC, geeft ze lezingen en, samen met Alexander Rinnooy Kan, is ze sinds januari voorzitter van de Wetenschapsagenda.

Op tv maak je altijd een mateloos energieke indruk.

'Mijn geluk is dat ik gezegend ben met een goede gezondheid. Bovendien ben ik in een milieu opgevoed waarin je niet hoort te zeuren. En dan ben ik ook nog eens een onverbeterlijke optimist. De mislukkingen en de tegenslagen, en die zijn er echt hoor, die verdring ik gewoon. Het aardige is dat ik dat blije terugzie in mijn middelste, terwijl het nadenkende, het serieuze dat ik ook in me heb, mijn oudste heeft geërfd. Beide kanten zijn opgeslagen in mijn genenpakket. Natuurlijk, nurture speelt ook een rol. Ik heb kinderen gesproken van Wehrmachtsveteranen en van Stasi-generaals; die hadden echt een klap van de molen gekregen. Het helpt als je in een blije, optimistische omgeving opgroeit. En toch, wie je bent zit in de genen opgeslagen.'

En je man, wat heeft hij voor karakter?

'Mijn man is gelijkmatiger dan ik. Als alles normaal zijn gangetje gaat, vindt hij het prima. Ik houd meer van extremen, dat je halsoverkop het vliegtuig in moet springen. Een tijdje geleden gaf ik een lezing in Egypte. Ter plekke werd ik uitgenodigd om met het gezelschap mee te gaan naar de Sinaï-woestijn, naar het buitenhuis van een professor, een sultanachtig type. Ik stap dan zonder na te denken een busje in. Maar toen dat busje maar bleef rijden en rijden, dacht ik op een gegeven moment wel: shit, waar ben ik eigenlijk naar op weg? Toen heb ik wel even mijn man gebeld: 'Ik zit in een busje met tien Arabieren met theedoeken over hun hoofd, we steken nu het Suezkanaal over. Als ik spoorloos raak, weet je waar je moet zoeken.' Opgewekt: 'Gelukkig liep het allemaal goed af. En ik heb er superinteressante contacten aan overgehouden.'

Uit wat voor nest kom je?

'Mijn moeder was juf, ze stopte met werken toen ze mij kreeg. Na vier, en na negen jaar kwamen er nog twee broertjes. Mijn vader was meester die in de avonduren doorstudeerde voor leraar geschiedenis. Bij ons thuis lagen overal stapeltjes boeken. We woonden in Putten en elke zondag gingen we naar de kerk, twee keer zelfs. In mijn herinnering was het niet zwaar. De God die voor ons zorgde was een goede herder, een vriendelijke God. Ik heb meegekregen dat de mens geneigd is tot het kwade, maar dat je dat kunt overwinnen. En dat klopt gelukkig ook. Kijk maar om je heen: ondanks oorlog en rampspoed zie je bij mensen en kinderen een enorme veerkracht. Zelfs terrorisme kan worden overwonnen. Onderzoek toont aan dat het door de eeuwen echt steeds veiliger is geworden in de wereld. Als ik het even niet meer zie of weet, vind ik troost in God die mij helpt om het goede na te streven. Zo hebben mijn ouders me dat bijgebracht.' Bezorgd: 'Zeg, dit moet niet een EO-stukje worden hoor.'

En aan die God heb jij, rationele wetenschapper, nooit getwijfeld?

'Nooit een seconde. Voor mij zijn het twee verschillende dimensies. Iedereen heeft een bron van inspiratie van waaruit hij leeft. De een is humanist, de ander socialist, ik ben christen. Daarnaast ben ik wetenschapper, historica, ik ben geïnteresseerd in actuele vraagstukken en probeer die te beantwoorden met historische voorbeelden. Sommige vragen houden me buitengewoon bezig: hoe komt het dat er oorlogen plaatsvinden? Hoe kunnen we ze beëindigen? Hoe kunnen we vrede bestendigen? Wat is het effect van de maatregelen die we nemen om terrorisme te bestrijden? Ik wil ook bijdragen aan het debat hierover, daarom ben ik op tv en schrijf ik columns en artikelen.' Trots: 'Ik heb net bij de Europese Unie een beurs bemachtigd van 2 miljoen euro. We gaan onderzoek doen naar hoe het gesteld was met de veiligheid in de negentiende eeuw: als we de piraten, terroristen, anarchisten uit die tijd in kaart brengen, krijgen we meer inzicht in hoe veiligheid werkt. Daarnaast levert het prachtige verhalen op.'

Verbaast me niks dat je ouders allebei onderwijzer zijn.

'Mijn opa van moederskant huurde elke zomer een huis in Duitsland. Dan kwam de hele kleinkinderschaar over en verteld opa verhalen, over beren in het donkere bos en zo. Mijn opa is gepromoveerd op een oude Duitse sage. Het verhalen vertellen zit in de familie.'

Was je een hoogbegaafd kind?

Afwerend: 'Dat weet ik niet. Het ging allemaal wel heel makkelijk. Ik vond het saai op school. In de vijfde bedacht ik dat ik naar een Engelse kostschool wilde. Ik las veel Engelse romans en van die kostschoolboekjes, ik had daar een heel romantisch idee bij.'

Pitty op kostschool.

'Precies! Mijn ouders zeiden: ga dat dan maar regelen. Ik heb een brief in het Engels geschreven en werd nog aangenomen ook. Een tijdje heb ik daar gezeten, maar het viel zwaar tegen. Al die jongens en meisjes waren alleen maar met seks bezig en daar was ik helemaal niet aan toe. Ik was zo'n puber die liever Thomas Hardy en Nietzsche las dan uit dansen ging. Ik mocht naar de disco, hoor, maar er werd altijd wel gezegd: denk bij alles, doe ik het goeie? Dat trok ik me aan. Ik vroeg me altijd af: doe ik wel het goeie?'

Een gewetensvol meisje.

'Gewetensvol ja. Het was niet echt een gelukkige tijd. Ik werd niet fysiek mishandeld of getreiterd of zo, maar ik werd niet voor feestjes uitgenodigd, ik bungelde er altijd bij. Dat is niet leuk. Aan de andere kant: ik zát ook liever thuis met een boek of achter de piano. Ik kwam pas op mijn plek toen ik ging studeren. Op de universiteit waren allemaal mensen die wilden debatteren over filosofische onderwerpen. Dat vond ik helemaal te gek. Twee jaar later ging ik in Duitsland studeren. Daar gingen ze nog dieper.'

Je hoefde niet alleen moeder te worden.

'Ora et labora: bid en werk, dat was het adagium thuis. Je talenten moet je benutten. Pianospelen was mijn lust en leven, maar uiteindelijk wilde ik er niet mee door. Ik zou nooit tot de top hebben behoord.'

Je wilt altijd excelleren.

 'Ja, dat heeft iedereen in onze familie.' Lacht. 'Bij ons thuis wil iedereen altijd met spelletjes winnen, desnoods met vals spelen.'

Kaartenhuis

Op haar 22e verhuisde Beatrice naar Berlijn voor haar promotieonderzoek naar de Stasi-cultuur. 'In de archieven neuzen, met Oost-Duitsers praten, 's avonds mezelf onderdompelen in de undergroundcultuur – geweldig. En ik werd er nog voor betaald ook.' Daarna rolde ze in een baan als universitair docent en nam haar carrière een snelle vlucht. 'Mijn man en ik wilden graag kinderen. Van meet af aan heb ik hem gezegd: we gaan het fiftyfifty doen. In christelijke kringen trouwen jongeren jong, zo midden twintig, ze kopen samen een huis en komen dan in de beruchte hypotheekval. In de meeste gevallen is hij iets ouder dan zij. Hij werkt al, zij moet nog afstuderen. Hij heeft een voorsprong. Als de kinderen dan komen, is het wel zo handig als de man fulltime blijft werken, want hij verdient het meest. Dat scenario wilde ik niet. Ik wilde per se fulltime blijven werken, en daarnaast mijn best doen om een goede moeder te zijn.'

Jouw man ging daarmee akkoord?

'Nou… Laat ik het zo zeggen: het is een precaire balans. Het is al snel: "Ik heb een vergadering… "Ja, ik ook…" "Ja, maar die van mij is écht belangrijk."' We hebben op maandag en dinsdag een oppas aan huis, dat scheelt. Woensdag is mijn man thuis, donderdag gaat de jongste naar de crèche en vrijdag is mijn mamadag. Maar ik moet bekennen dat dan vaak de buurvrouw of mijn moeder wordt ingeschakeld.' (Beschaamde giechel.)

Meestal is het andersom en drukt papa zich op papadag.

'Helemaal waar.'

Je voelt je nooit schuldig?

'Jawel. Voortdurend! Ik ben afdelingsvoorzitter, voorzitter van  de Wetenschapsagenda, ik heb een onderzoeksgroep… 's Nachts word ik wakker van onderzoeksvragen of ideeën, het gaat maar door. De eerste die erbij inschiet ben jezelf, en vervolgens je vriendinnen. Op mijn werk en mijn gezin wil ik zo min mogelijk bezuinigen. Maar natuurlijk voel ik me schuldig naar mijn kinderen, mijn ouders, mijn man...'

Wat doe je eraan?

'Te weinig. Mijn punt is dat ik heel erg in mijn hoofd leef, het denkproces stopt nooit. Jezelf, je man, de romantiek, dat schiet er dan bij in. Ik realiseer me heel goed dat het een kaartenhuis is. Een kindje van vrienden is verongelukt, een ander kindje in onze vriendenkring is ernstig ziek: het kan zomaar voorbij zijn. Dit weekend moest ik een stuk afschrijven, maar voor 't eerst in tijden zijn we met de kinderen naar de speeltuin gegaan. Dat voelde als een bevrijding. En tegelijk voel ik me schuldig. Ik voel me eenloser als ik niet keihard mijn best doe.'

Leg je die torenhoge lat ook anderen op?

'O ja, hoewel ik dat niet altijd door heb. Ik verwacht veel van de studenten, ik ben niet van de zesjesculuur. Dat wordt me niet altijd in dank afgenomen. Ook sommige collega's zeggen dat ik in al mijn enthousiasme soms voorbij ga aan de mensen. Die willen niet altijd met me meedenderen. Daar probeer ik nu beter op te letten. Elke morgen sta ik er even bij stil: vraag ik me af of ik het goede doe voor iedereen. Je kunt 't mediteren noemen, ik noem het bidden.'

Hoe ontspan je je?

'Door af en toe in mijn eentje weg te gaan. Stuur mij maar naar een spannende conferentie, dat is mijn vakantie. Laatst was ik uitgenodigd in New York, aan Colombia University. Dan ga ik hardlopen door Central Park, naar de nachtopenstelling van het MoMA, met collega's naar een club. Hoef ik even met niemand rekening te houden. Een middag ben ik weg gesneakt en heb ik me lens gekocht in een warenhuis. Totdat mijn man belde: "Je creditcard wordt gehackt! Er worden momenteel enorme bedragen afgeschreven!" Moest ik bekennen dat ik aan het shoppen was.'

Wat zou je vrouwen mee willen geven?

'Als je een verantwoordelijke functie ambieert, ga dan alsjeblieft fulltime te werken. Desnoods smokkel je een beetje. Doe je op school een taakje en zet je in de agenda dat je naar een vergadering bent. Dat doen mannen tenslotte ook: die gaan onder werktijd golfen.' Ze denkt even na. Dan: 'En iets minder zeuren. Dat doe je maar bij je man of je vriendinnen. Meer bluffen, minder klagen.'