Wie: Editor print & online Lisa Koetsenruijter

Wat: Een suikerdetox

Suiker is de duivel. Tenminste, als we de gezondheidsguru's van tegenwoordig moeten geloven. Iedereen is suikerverslaafd, suiker is het nieuwe roken, we worden allemaal te dik: geen goed woord meer over het zoete goedje.

Waar ik normaal van het motto '80-20' ben, en me doorgaans weinig aantrek van mensen die kleidiëten of sapkuren aanraden, kon ik die suikerhaat toch niet ontwijken. En begon ik me plots schuldig te voelen over de repen zeezout-karamelchocolade en zakken salmiak-dropmix die ik op regelmatige basis naar binnen werkte.

En wat doe je dan, als jong, hip en bewust mens? Inderdaad: een detox. En zo geschiedde dat ik me voornam een maand geen suiker te eten. Toegevoegde suiker, om precies te zijn. En dit is wat er (niet) gebeurde.

Van tevoren: gemengde signalen

Mensen met wie ik sprak over mijn suikervasten, reageerden nogal uiteenlopend. De reacties waren grofweg in twee categorieën in te delen: 'joh, makkelijk' of 'jezus, moeilijk'. Zelf viel ik in de eerste categorie: ach, ik hoef toch alleen de cruesli en de snoepjes te laten staan? De andere groep was meer van: suiker zit overal in, dus wacht maar.

Week één: dagelijks falen

Dat laatste bleek toch wel waar, getuige al het falen in mijn eerste 'suikervrije' week. Want ja, toegegeven, falen is wat ik deed. Goed, ik kon prima (beter dan ik dacht zelfs) het snoep, de taart en de chocola laten staan, overschakelen van cruesli op muesli ging ook vlekkeloos en die havermout kon ik  gewoon blijven eten. Maarrr: je moet al-tijd etiketten lezen. En daar had ik even niet bij stilgestaan.

Een paar boosdoeners die onvermoed mijn pad kruisten:

  • Ham Ja, echt. Ik had zin in een tosti (zonder ketchup natuurlijk, een berucht verborgen-suikerproduct), dus kocht ham en kaas. Wat bleek: in de ham zat glucosestroop én dextrose, allebei vormen van suiker.
  • Pesto Na de ham dacht ik: tosti met kaas én pesto. Maar ook dit bleek een faalmoment. Want ook hier: glucose. Gelukkig zat ik wel zo goed in de lingo dat ik alle vormen van suiker eruit kon halen op de ingrediëntenlijst, ware het enigszins te laat.
  • Tortilla's Misschien minder verrassend, doch net zo hinderlijk: in de meeste tortillawraps zit dextrose. En ik had nog tortilla's in huis. Maar die mocht ik dus eigenlijk niet eten.
Suikerdetox boosdoenerspinterest
Een paar geniepige boosdoeners, die ik om te onthouden maar fotografeerde: ham, pesto, en (heel goed kijken) gin-tonic.


Zelfdiscipline

En dat brengt ons bij punt twee: mijn zelfdiscipline. Die was niet geheel afwezig: van het lekkers kon ik prima afblijven, noch op volle sterkte: ik at de ham, de pesto en de wraps wel gewoon. Want hallo: ik ging toch niet pas gekochte producten weggooien?! En dat kleine beetje glucose/dextrose/fructose, was dat nou echt zo erg? Goed, waar het op neerkwam: de basis was er, maar de verfijning ging me net een stapje te ver.

Pikant detail: de zelfbeheersing ontbrak het meest in de kroeg, waar ik me in mijn detoxperiode maar liefst twee maal laafde aan gin-tonics. En dan nét te laat, geheel onbewust natuurlijk, bedacht dat er in tonic natuurlijk suiker zat, want: frisdrank.

Week twee: dan maar zout

In de tweede week ging etiketten lezen steeds beter. Zoet snacken had ik langzamerhand afgeleerd. Snacken in het algemeen daarentegen, dat bleef ik gewoon vrolijk doen. Eerst zo gezond mogelijk: kerstomaatjes, worteltjes, radijsjes, maar al snel gewoon: lekker zout. Want eerlijk is eerlijk: alleen maar rauwe groenten, dat vult én bevredigt nauwelijks. Dus werd kaas mijn beste vriend (welcome back, Babybel!) en liet ik de chips er ook niet minder om staan. Valt zoet weg? Dan maar (meer) zout.

Week drie: saai

Taart afslaan, geen chocola bij de thee, de hele tijd maar die kaas als snack: na een tijdje werd het suikervrije leven kort gezegd een beetje saai. En ja, daar kwam ook die zelfdiscipline weer om de hoek kijken. Ik ben gewoon niet zo goed in heel streng zijn tegen mezelf, vind dat het leven (en eten!) ook een beetje leuk moet blijven. Dus toen ik na precies drie weken met mijn vriend in een café zat en zin had in taart, kwam daar de vraag: zal ik die taart gewoon nemen? Heb ik m'n suikervrije lesje nu genoeg geleerd om het gewone eten weer op te pakken? Ik was zelf nogal besluiteloos, dus kwam hij met een oplossing: een muntje opgooien. En dat muntje bepaalde dat ik weer taart mocht eten. Dus zo kwam er, half door toeval en half door mijn eigen besluit, een einde aan drie weken geen toegevoegde suiker.

Erna: matigen wordt makkelijker

Grappig genoeg at ik toen geen taart: we waren in een hippe bar waar ze alleen gezonde opties hadden. En mocht ik dáár nou net klaar mee zijn. Wel at ik een koekje bij de koffie (revolutie!) en niet veel later een loempia met zoete saus.

Drie weken in plaats van een maand, maar ik heb er denk ik niet minder om geleerd. Wat ik precies heb opgestoken?

  • Dat stoppen met zoet snacken niet zo moeilijk is als het lijkt
  • Dat stoppen met snacken in het algemeen wél moeilijk is
  • Dat suiker inderdaad in veel meer dingen zit dan je denkt
  • Dat je, als je dus echt helemaal goed suikervrij wilt gaan, echt heel veel dingen moet laten staan
  • Dat het leven daardoor een stuk saaier wordt
  • Dat het soms de lol in eten ook behoorlijk kan wegnemen: veel eten wordt 'je vijand' omdat er dan toch weer suiker in blijkt te zitten

Tot zover de lessen van de suikervrije weken. Eigenlijk leerde ik het belangrijkste pas toen ik weer begon met snoepen, en dat is: matigen is makkelijker dan je denkt. Toen ik weer mocht, ging ik niet opeens een hele zak drop wegstouwen, maar bedacht ik elke keer: heb ik hier nu zin in? Eet ik dit omdat ik het lekker vind of omdat het er is? En daar zit het grootste gewin voor mij: dat ik bewuster eet, en alleen iets neem als ik er écht zin in heb, en niet uit gewoonte of gemak.

Oh, en als je nu benieuwd was wat voor effect dit experiment had op mijn huid/haar/gewicht/figuur/gemoedstoestand: daar kan ik weinig over zeggen. Omdat ik nooit op de weegschaal sta, omdat dat van zoveel meer factoren afhankelijk is, omdat mijn testperiode wellicht te kort was. Maar daar ging het me ook helemaal niet om. Dus ik steek nu lekker weer een dropje in m'n mond. Maar wel maar eentje.